Heeft iemand die je goed kent last van rijangst? Dat kan balen zijn. Zeker wanneer je bijvoorbeeld af wil wisselen met het autorijden onderling. Of wanneer degene met rijangst juist ook degene is die het minste drinkt, dus hij/zij had mooi de bob kunnen zijn. Natuurlijk wil je dat diegene weer asap gaat rijden. Niet alleen omdat dat voor jezelf misschien goed uitkomt af en toe, maar ook omdat diegene niet voor niks een rijbewijs heeft gehaald. En het is zonde dat die ligt te verstoffen. In deze blogpost vertel ik hoe je – naar mijn ervaring – het beste om kunt gaan met iemand die rijangst heeft.

Om iemand weer aan het autorijden te krijgen, is vertrouwen creëren heel belangrijk. Probeer degene niet voor het blok te zetten of onzeker te maken. Sommige dingen lijken misschien een goed idee, maar dat is het niet altijd.

Hieronder beschrijf ik een paar situaties die ik als vervelend heb ervaren en welke situaties juist wel voor me werkten. Side note: ik wil hier niemand de les lezen, maar wel graag mijn ervaring delen. Wie weet helpt het!

Zo kun je omgaan met iemand die rijangst heeft:

Zeg niet: Je moet het gewoon doen

Tegen iemand zeggen dat ze ‘gewoon moeten gaan rijden’ en ze dat dus laten doen, is niet altijd een goed idee. “Gewoon rijden” is voor iemand met rijangst namelijk niet zo gewoon. Dit kan voor veel stress zorgen, en door de stress gaan dingen juist vaak fout. Voor degene met rij-angst bevestigt dat alleen maar dat hij/zij het inderdaad (nog) niet kan. 

Wel: Pak het in kleine stapjes aan

Hoe je het dan beter aan kunt pakken? Probeer ervoor te zorgen dat iemand weer gaat rijden, maar dan in kleine stapjes. Bied eventueel aan om ernaast te zitten en/of moedig degene aan om ook echt te gaan rijden, maar push niet (te hard). Probeer eerst een weekje op een industrieterrein. Gaat het goed? Ga dan een weekje rondjes rijden in een dorp of rustig stukje stad. Net zo lang als je nodig hebt. Ga weer een stapje verder als je er klaar voor bent. Herhaal dit alles net zo lang tot het onder controle is. 

Stel – indien nodig – voor om degene met rijangst opnieuw een rijles te laten volgen. Al is het alleen maar even als opfriscursus dat alle regels, knopjes en tips en trics weer worden uitgelegd. 

Zeg niet: het is niet eng

“Oooh vind je het eng? Nee joh, is niet de eng! Ik rij veeeeel liever op de snelweg dan in het dorp”. ‘Ja, oké, dat doe jij. Maar ik ben jou niet en jij bent mij niet. En geloof me: ik had het ook veel liever niet eng gevonden!’ Dat iemand zich uitspreekt over dat ze het eng vinden is al een grote stap, gezien er nog best een taboe op ligt.

Wel: Vraag naar waarom iemand het eng vindt

Vraag liever waarom degene het rijden zo eng vindt en probeer je daarin te verplaatsen. Hierdoor voelt de persoon met rijangst zichzelf ook minder gek en is er minder schaamte, waardoor er makkelijker over gepraat kan worden. En er over praten kan ook helpen met relativeren, waardoor de angst ook weer kan afnemen. 

Niet: zomaar oordelen

“Word eens volwassen! Je durft het niet! Dat kan je toch wel! Stel je niet aan!”. Dit zijn kwetsende uitspraken waar iemand met rijangst echt helemaal niks aan heeft. Diegene voelt zich er immers al kut genoeg over. Daarbij weet je niet altijd wat de reden is dat iemand niet durft te rijden. Dus sla het judgen liever even over of bewaar het voor later: dan kunnen jullie er misschien samen om lachen.

Wel: Het is oké

Laat de persoon in kwestie liever weten dat hij of zij niet de enige is en dat rijangst heel vaak voorkomt. Vermeld er ook vooral bij dat veel mensen er overheen komen en dat hem/haar dit ook gaat lukken. Oh, en vergeet niet om humor te gebruiken hier en daar. Zo zwaar hoeft dit onderwerp écht niet te zijn. 

Niet: ontmoedigen

Rijdt degene al veel meer als eerst maar bijv. nog geen snelweg? Ga dan niet zeggen dat diegene nu inmiddels ook al wel de snelweg op moet kunnen. Dit werkt demotiverend en het is teleurstellend als er niet wordt gekeken naar waar iemand vandaan komt en nu is. 

Wel: kleine successen vieren

Vier de successen tussendoor. Laat weten dat je trots bent dat diegene al een heel stuk meer rijdt dan in het begin, ook al is hij of zij nog niet bij de eindstreep. 

Natuurlijk is ieder mens anders en werkt het misschien voor sommige wel om ‘gewoon’ in de auto te stappen en voelt het al snel weer als vanouds. Maar als de rijangst er echt diep ingeworteld zit, dan heeft het tijd nodig. En het is belangrijk om die tijd te nemen ervoor. 

Meer lezen over rijangst

  • OMG durf jij niet te rijden? Ik ook niet
  • Hoe ik over mijn rijangst heen kom – Deel 1 – Onderweg
  • Open over rijangst – weg met de schaamte!