Het is groen. Het knippert. En het is geen stoplicht, maar mijn telefoonscherm. Wat the f*ck? Zomaar ineens. ‘Vast een fase’, denk ik. Maar nee. Mijn telefoonscherm is gecrasht. Balen. Maar dat sprak ik iets minder net uit. Het eerste wat mijn vriend doet is zijn tablet in mijn handen duwen. “Hier, kun je swipen”, zegt hij. Mijn god, is het zo erg met me gesteld? “Wat moet ik swipen dan, ik kan hier toch niks mee?”, zeg ik lachend. In plaats daarvan sta ik op en trek ik mijn schoenen aan. “Kom, we gaan naar de telefoonwinkel”.

Met een nieuwe telefoon en een grote berg hoop dat ik alles van mijn oude telefoon kan overzetten op de nieuwe, gaan we naar huis. Gelukkig lukte dat met bijna alles. Alles behalve Instagram. En laat ik dat nu juist net het meeste gebruiken.

De mislukte inlog-pogingen stapelden op en inmiddels waren we al anderhalve week verder. Hoewel ik het heerlijk vond om niet zoveel op social media te zitten, veel meer tijd over te hebben en om ’s avonds niet scrollend in slaap te vallen terwijl ik per ongeluk blind foto’s likete (zeg me aub dat ik niet de enige ben), wilde ik écht weer op Instagram. Ik had mijn nieuwe account al gereed, toen mijn vriend aankwam met nog één mogelijke oplossing. Dat bleek de juiste. Whoehoe, wat was ik blij.

Dus daar ging ik. Alles inhalen wat er in te halen viel. Maar eenmaal binnen voelde ik me net als mijn katten wanneer ik ze even opsluit uit een kamer: ze blijven wachten voor de deur tot dat ze weer naar binnen mogen. Ook al hebben ze buiten die kamer ook dingen te doen: ze móeten er gewoon bij zijn. Wanneer ik de deur open, rennen ze naar binnen en vervolgens staan ze als schaapjes rond te kijken alsof ze eigenlijk niet weten wat ze hier nu komen doen.

Zo was het bij mij niet anders. Want wat moest ik nu op dít moment ook alweer precies op Insta? Maar het zit zo: het feit dat het niet kan, maakt het frustrerend. Want hoe cliché: We willen altijd hebben wat we niet kunnen krijgen. En als we het hebben, weten we inderdaad even niet meer ‘wat nu’.

Maar we gaan niet overdrijven: mijn verplichte Instagram-loze periode heeft er heus niet meteen voor gezorgd dat ik weer een boek ging lezen of een nieuwe hobby ontdekt heb. Ik had stiekem gehoopt dat ik daar over kon schrijven: dat ik kon vertellen wat al mijn nieuwe inzichten waren en ik niet meer terug wilde naar eerst. Maar, helaas. Daar moet deze verslaafde meid veel langer voor offline zijn.

Wat het me wel heeft opgeleverd? Ik ben minder vaak doelloos aan het scrollen en val ’s avonds niet meer met mijn telefoon in slaap. En hoewel bij veel mensen afgelopen maandag de paniek los brak, kon mij die lange storing niet zo veel schelen. Want niet alleen ik, maar niemand kon erop. Er was geen reden om last van fomo te hebben.

Tot het moment dat ik een old skool sms kreeg met de vraag of ik me een beetje vermaak. Hoe graag we ook zouden willen dat het niet zo is, dit blijft nu eenmaal de brandende vraag. Want wat doen we eigenlijk met ons leven, wanneer we niet kunnen weten wat een ander aan het doen is?

Niet iedereen kan al meteen met een boek in bad gaan zitten en het heerlijk vinden. Ik ook niet. Dan kies ik toch voor die tablet erbij. Gewoon, voor het idee.

Zin in zonder social media? Blijf je toch lekker hier in het café hangen:

Toch liever op Insta? Let’s meet here!