Confessions of a twenty-something: Ik ben in mijn single era. Met frisse tegenzin verwelkom ik mezelf in de wereld van daten, rode vlaggen, volstromende dm’s, (ontbrekende) diploma’s in flirten, talking stages, gossip, ghosten (of nog erger: slow fading) en delulu’s. Maar als er één ding is waar ik niet aan begin, dan is het aan een datingapp. Been there, done that. Ik zweer dus plechtig aan mezelf om het niet te downloaden.

Spoiler alert: dat doe ik natuurlijk wel.

Ik weet gewoon van mezelf dat ik 9 van de 10 keer meteen bij iemand moet denken ‘ja’, en zo niet, dan komt het meestal niet meer ook. En altijd als ik de foto toch het voordeel van de twijfel gaf, dacht ik altijd meteen al ‘nee’ zodra ik diegene zag. Ja, daar sta je dan. De date stopzetten met een slechte smoes doe ik dan ook weer niet, dus zit ik ‘m uit met een ongemakkelijk afscheid tot gevolg.

“De humor is nog verder te zoeken dan die kwijtgeraakte sok in de wasmachine”

Vaak is het namelijk zo dat ik dan online wel een goede klik met diegene heb, maar in het echt liggen we toch minder op dezelfde lijn. En de humor die we deelden? Die is dan ook ineens nog moeilijker te vinden dan die kwijtgeraakte sok in de wasmachine.

Klaar mee. Niet meer aan beginnen. Het is overigens ook helemaal niet dat ik nu per se iemand wil tegenkomen – ik ben niet op zoek. Eigenlijk vind ik het wel lekker zelfs om even alleen te zijn. Hoe cliché: ik ontdek mezelf weer en zelfliefde staat momenteel toch echt op één.

Maar ergens hou ik in mijn achterhoofd dat die vijver om uit te vissen er als eindtwintiger niet groter op wordt. En aan de andere kant ben ik echt te jong om al te gaan settelen als kattenvrouwtje. Ach, even kijken kan sowieso geen kwaad, toch?

Een kansloze vrijdagavond en 2 wijn verder

Daarom besluit ik na een kansloze vrijdagavond en twee wijn verder toch weer een datingapp te proberen. Ik plaats maar twee foto’s van mezelf in plaats van de aangeraden vijf voor ‘meer succes’. Ik vink aan dat ik graag romcoms kijk, aan tennis doe en van een broodje kaassouflé pindasaus houd. Uitgebreider dan dit wordt het niet.

Goed, daar zit ik dan. Ik kom meteen al wat oude bekende tegen die ik 7 jaar geleden ook al matchte. Ze zitten nog steeds op datingapps. Of net als ik: alweer. En ze zijn weinig veranderd. Ineens komt die avond weer naar boven toen ik deze drie matches in dezelfde club in Utrecht tegen kwam. En ik roep eigenlijk heel hard alleen maar hetzelfde als toen: weg hier.

Niks mis met die single era

Toch geef ik de paar nieuwe matches die ik heb nog een kans, maar ik moet zelf beginnen met een interessante openingszin. Mijn god, als ik iets niet kan is het flirten. De reacties die ik terugkrijg doen ook alarmbellen rinkelen. “Jij bent vast een dondersteen” en “ik hoop dat het waar is wat ze zeggen over roodharigen”. Nee. Gewoon nee. Dit niveau ga je me niet menen.

De red flags zijn real: ze wapperen hier letterlijk om je oren. En nadat ik zelf niet meer reageer op iemand waarmee ik een date aan het plannen ben, vraag ik me af of ik niet stiekem net zo rood en hard mee wapper. Hier heb ik duidelijk nog geen zin in. Delete. Die single era blijft toch vooral nog maar even very single. En daar is helemaal niks mis mee.

Sidenote: Dit artikel is van een aantal maanden geleden. Ik schrijf altijd over situaties die al voorbij zijn: ik deel nooit ervaringen als ik er middenin zit. : )