Vroeger was ik druk. Een echte kletskous wiens mondje nooit stil stond. Totdat mijn onzekerheden de bovenhand namen. Ik werd stiller. Durfde minder te zeggen. Praatte alleen wanneer ik me op mijn gemak voelde of bij mensen die al jarenlang mijn vrienden waren. Nu probeer ik mijn onzekerheden alweer even kopje onder te houden om zelf de boventoon weer te voeren. 

Ik maakte altijd iedereen aan het lachen. Vrolijkte mensen op. Zorgde dat zij het naar hun zin hadden. Ik vroeg me af wanneer ik dat voor het laatst echt had gedaan. Wanneer ik voor het laatst zelf echt hard gelachen had. Ik was minder vrolijk. Misschien kwam het doordat ik ouder werd. Doordat ik me meer bezighield met wat anderen van mij zouden denken. Of doordat ik het druk had. Misschien een beetje van alles bij elkaar. Maar nu weet ik weer hoe ik lachen moet. Voel ik weer bijna een sixpack opkomen zonder dat ik sport.

Ik droeg nooit rood. Wanneer ik ging winkelen, liep ik met een grote boog om alles wat rood, oranje, geel of roze was. Want die kleuren kon ik niet hebben. Die kleuren stonden niet bij mijn rode haren. Zei men. En ik nam het aan. Wanneer ik nu ga winkelen, pas ik alles wat ik mooi vind aan en zie ik dan zélf wel of ik het bij me vind staan. Dus nu draag ik rood al een tijdje. En meer.

Ik praat weer meer. Durf meer. Duik in mijn eentje het water in en zwem onbekende kanten op. Probeer nieuwe dingen. Doe wat ik leuk vind. Ontdek meer. Maar werd weer even tegengehouden toen ik een vriendin sprak die ik al een tijd niet had gezien. Ze zei dat ik veranderd was. Maar aan haar woorden hing een negatieve ondertoon. Alsof ze niet blij was met de veranderingen die ik door had gemaakt. De veranderingen waar ik juist zo trots op was.

Ik liet los voordat ik het doorhad. Mijn onzekerheden kwamen bovenwater en snakte hevig naar adem. Ik begon mezelf te verantwoorden voor alle veranderingen. Hoorde mezelf excuses maken voor dingen. Uitleggen waarom ik dingen doe zoals ik ze doe. Bescheidener worden en zeggen dat het allemaal wel mee valt. Maar waarom deed ik dat? Ik hoefde dat niet te doen.

Weer trok ik me te veel aan van wat andere mensen van mij vinden. Waarom doen sommige mensen zo negatief over veranderingen? Zij zien het niet als positief wanneer iemand groeit of lekkerder in zijn of haar vel zit dan eerst. Ik probeer deze mensen te negeren. Want nu besef ik. Ik ben een heel klein wezen dat mag rondlopen op een heel groot universum. De wereld draait niet om mij. Waarom zou ik zo bang zijn voor wat anderen van mij denken. 

Er te veel rekening mee houden is verspilde tijd. Ik mag mezelf zijn. Ik mag veranderen. Dus wanneer iemand nu zegt dat ik veranderd ben, zeg ik: ‘Ja, klopt.’. Ik ben veranderd, maar ook nog steeds dezelfde. En ik hoop dat ik altijd blijf veranderen. Dat ik blijf groeien. Blijf leren. En tegelijkertijd keurig in mijn schoenen blijf lopen. Want mezelf, die blijf ik toch wel. Alleen word ik deze nog meer. En wordt deze beter zichtbaar. Beter zichtbaar wanneer ik mijn onzekerheden kopje onder kan houden en ik mijn weg weet te vinden.

Misschien vind je deze artikelen ook interessant: